LEIS

Geld verdienen met lokaal energie opwekken?

10 juni 2024
We hebben meer stroom nodig (voor onze opladers, onze tv’s, etcetera) dan we kunnen opwekken. „Ons netwerk is niet ingericht op de enorme groei, op de enorme hoeveelheden die we nodig hebben”, zegt Hennie Luten. „We kunnen niet op één centrale plek opwekken. Doen we dat op zee, dan hebben we op land een probleem omdat de kabels onvoldoende transporteren. En de vraag naar meer energie gaat sneller dan ons netwerk verbouwd wordt. Daar kunnen we niet op wachten.”

Met een goed en groen gevoel duurzaam investeren? Het kán door te investeren in lokale energie, zegt Hennie Luten. En het móet, voegt ze eraan toe.

‘Het voelt ook nog eens heel erg goed’

Om meer stroom op te wekken, zijn lokale initiatieven nodig. Zonneparken, windmolens en drijvende zonnepanelen buitelen bijkans over elkaar heen. Hennie Luten, werkzaam bij Lokale Energie Initiatieven Stimulering, gelooft in het ‘lokaal eigendom’ bij zulke projecten. Vanuit de Gebiedscoöperatie Zuidwest-Drenthe (GCZWD) bemiddelen zij en collega Jan van Goor tussen projectontwikkelaars, gemeenten en energiecoöperaties om de winst van lokale stroomopwekking in de eigen omgeving te houden. Lokaal wordt geïnvesteerd én geprofiteerd. „Het is bovendien een investering in de toekomst, dus het voelt ook nog eens heel erg goed.”

Vanuit de overheid zijn doelstellingen afgesproken om energie op te wekken uit natuurlijke bronnen; dat heet de Regionale Energie Strategie, de RES. Elke gemeente mag zelf die oplossing zoeken, als ze in 2050 maar alle energie lokaal opwekken. „Maar gemeentes gaan dat niet redden”, verwacht Luten. „Qua vergunningsaanvraag zou alles volgend jaar aangevraagd moeten worden. Iedereen doet z’n best, maar het is niet voldoende.”

‘Dat moeten we als burgers toch niet willen?’

Het gevaar is dat provincies de taakstelling op zich nemen en (buitenlandse) ontwikkelaars vragen. Luten: „Dan heb je lokaal wél de lasten, maar niet de lusten. Dan kijken we met ons allen tegen de windmolens aan, maar gaat de winst naar commerciële investeerders, vaak het buitenland. Dat moeten we als burgers toch niet willen?”

Lokaal eigendom zorgt ervoor dat de eigen omgeving profiteert van de opbrengsten van de energieopwekking. Maar bovendien zorgt het ervoor dat initiatieven als een zonnepark maatschappelijk worden geaccepteerd. „Het buitenland kijkt heel raar naar ons ‘lokale eigendom’. In Duitsland is ook tegenstand, maar bouwen ze gewoon door. In Nederland mogen we overal wat van vinden en dat doen we dan ook. De maatschappelijke acceptatie van duurzame energie is laag. Hoe maak je dat groter? Door het een stukje van jezelf te maken. Als je een windmolen ziet staan en je denkt ‘k-ching’, dan voelt het toch net iets anders dan dat alleen de buurman ervan profiteert.”

‘Soms is het 100 procent, soms 0’

Lokaal eigendom biedt de regio een kans om zoveel mogelijk zelf te investeren in lokale duurzame energie. Een regionale energiecoöperatie is eigenaar van een BV. Dat eigendom kan worden gedeeld met een ontwikkelaar, maar de coöperatie kan ook zelf regelen waar die de panelen inkoopt. „Ben je eigenaar, dan heb je wat te vertellen”, aldus Luten. „Dat zal vooral gaan over hoe je omgaat met de opbrengst: investeer je in een batterij? Doe je iets voor het sportpark in de buurt? Of beleg je in een nieuw lokaal initiatief?”

De GCZWD zet in op een zo breed en groot mogelijke deelname. Bedrijven, buren, ondernemers en grondeigenaren investeren in een lokaal project. „Als er niet genoeg geld is, dan kan de poort worden opengezet voor anderen”, zegt Luten. „De wens is 50 procent lokaal eigendom. Maar soms is het 100 procent en soms is het bijna 0. Dat is het geval in zonnepark in Wanneperveen, daar verdwijnt alle winst buiten de grens.”

‘Je kunt al meedoen met 250 euro’

Voor hoeveel geld je instapt, hangt af van de vorm van investeren. „Je kunt vaak met 250 euro al meedoen.” Soms is dat in aandelen, waarbij de winst afhankelijk is van de energieprijs. Soms in obligatieleningen, waarbij het ingelegde bedrag plús vaste rente over een langere tijd wordt terugbetaald. „Je kunt ook zeggen: we gaan met zijn allen voor 6 procent rendement en de rest wenden we aan voor andere plannen.”

En word je daar rijk van? Een coöperatie in Limburg startte net voor de oorlog tussen Rusland en Oekraïne met een lokaal project en zag de gasprijzen enorm stijgen. „Met zo’n enorm hoge prijs zou een jaar met 40 procent winst kunnen”, berekent Luten, die beleggen in energie een veilige belegging noemt. „De overheid dekt de ondergrens afgedekt door de SDE, de subsidieregeling voor duurzame energie. Je weet dus je minimale rendement, niet je maximale.”

‘We willen geen windmolens, maar wél vier tv’s’

Luten krijgt kritiek zat. Belandt in discussies of windmolenparken of zonnepanelen de oplossing zijn. „Transitie betekent verandering en verandering is het moeilijkste voor de mensen. We willen geen windmolens, maar ook geen hoogspanningskabels of een groot gebouw in ons uitzicht. Het liefst willen we houden hoe het is. Maar tegelijkertijd willen we vier tv’s in huis en voor elk apparaat een oplader. Wat we nu moeten, is een gevolg van ons eigen gedrag. En het is niet te stoppen. Of beter: we laten ons niet stoppen. Of denk je dat er geboortebeperking komt?”

De verandering is ingezet, maar nog lang niet klaar. Luten: „Windmolens en zonnepanelen zijn tijdelijk. Straks zeggen we: weg ermee, we hebben nu iets ontwikkeld wat sneller, schoner en effectiever energie opwekt. De transitie gaat door, maar dan anders. Als we niet meer krijgen wat we willen, gaat er worden geïnvesteerd. Maar er moet eerst pijn ontstaan. Dan lost het probleem zich vanzelf op. Hebben we draadloze stroom ofzo. Zijn kabels niet meer nodig.”

Bron: Harm Vonk Dagblad van het Noorden
Foto: Rens Hooyenga